Dit beenhammetje uit de oven bewijst wel dat een feestelijk gerecht echt niet altijd moeilijk te bereiden is. Gemarineerd in een mengsel van whiskey, honing, mosterd en bruine suiker. De ham smaakt extra goed met zoetzuur van bloemkool. Het is aan jou op welk moment van de dag je het hammetje serveert. Als brunch gerecht, midden op de tafel bij de borrel of als diner. Eigenlijk maakt het helemaal niet uit, lekker is het toch wel.
Jengelende kinderen
Terwijl ik dit lekkere beenhammetje verorber, dwalen mijn gedachten af naar vroeger. Naar de tijd dat alles beter was. Nee, hoor. Dat is een grapje. Wie weet glipt dat ooit uit mijn mond als ik hoog bejaardenleeftijd bereik. Nee, ik denk aan de tijd dat ik werkte in een groot Vlissinges restaurant. Het was onderdeel van een attractiepark en er hoorde ooit een theater bij. Dat betekende groot en op drukke dagen heel veel mensen. En niet te vergeten jengelende en ontevreden kinderen, die teveel fristi en chocolademelk dronken. Met af en toe een ongelukje, wat ik dan weer kon opruimen. Afzien met een kater. Dat verzeker ik je.
Grote beenham
Maar dit, lieve mensen, is niet wat ik vandaag wil delen. Ik had het al over groot. Denk daar dan ook nog meeslepend en theatraal bij en je hebt de vlammende zwaarden. Ik zie je wenkbrauwen omhoog gaan en de vraagtekens in je ogen. Snap ik. Ik leg het uit. Tijdens buffetten, bedrijfsfeesten, bruiloften en andere feestelijke heugelijkheden was het mogelijk om te kiezen voor ‘buffet vlammende zwaarden.’ Het pronkstuk was een grote beenham. En zo’n showstopper verdiende een podium. Dacht degene die het fenomeen, vlammende zwaarden, had bedacht. Omdat het attractiepark in het teken van piraten en oude zeehelden stond, werden zwaarden ingezwachteld en aangestoken. Wat krijg je dan? Juist, een vlammend zwaard.
Vlammende zwaarden
En mij vaak de, twijfelachtige, eer om, met gevaar voor eigen leven, met zo’n zwaard door de mensenmassa te gaan. Een zwaard voorop, de kok met de beenham in het midden en een zwaard die het rijtje sloot. De lichten gingen uit. Daarna schalde Conquest of Paradise van Vangalis keihard door de speakers. Ik bedoel maar, dramatisch. En daar gingen we. Een soort polonaise maar dan anders. Soms schaamde ik me. Soms zag ik de lol er van in.
Je moet weten dat de chefkok, die achter mij liep, nogal een mopperkont was. Het was meer regel dan uitzondering dat hij vloekend achter me aan hobbelde met de beenham in zijn handen geklemd. We liepen een rondje door de zaal en baande ons een weg door de mensenmassa. Je zou denken dat iedereen voor je opzij springt, als je zo’n vlammend zwaard voor je uit draagt, maar niets is minder waar. Mensen zijn soms zo met zichzelf en met elkaar bezig, dat ze niet door hebben dat je bijna hun geföhnde coupe in de fik steekt.
Ererondje
Hoe meer de kok achter me mopperde, hoe leuker ik het stiekem vond. Na ons ere rondje besloot ik dan vaak om nog voor een toegift te gaan. Dat nam hij me niet in dank af. Ik hoop maar dat de gasten niets hoorden van zijn gevloek en getier. Ik deed dit overigens ook met gevaar voor eigen leven, want de vlammen kwamen soms tegen mijn handen en dat was niet echt aangenaam. Maar goed mijn kleine pestactie maakte het dan weer goed.
Daarna was het natuurlijk tijd, voor de gasten, om aan te vallen aan de beenham. Denk nu niet dat we de beenham ergens in het midden gooiden en dat iedereen zelf stukken mocht afscheuren. Een beetje zoals bij de leeuwen. Nee hoor, de beenham kwam netjes op een buffet. Met een beetje geluk was er wat over en propten we ons, in de spoelkeuken, vol met de restjes.
Onbedoeld is dit een lang verhaal geworden. Het stelt je misschien teleur, maar toen ik dit beenhammetje serveerde, ging ik niet met vuurstaven door de woonkamer, om er nog een rondje gang, keuken en tuin aan vast te knopen. Ik zette de plank gewoon zo op tafel. Maar, mijn beenhammetje werd vergezeld door zoetzuur van bloemkool en dat is toevallig heel lekker.
Het recept voor het zoetzuur van bloemkool heb ik uitgewerkt op een aparte pagina. Klik daarvoor op deze link.
Beenhammetje uit de oven
Voor 4 personen
Dit zit in het beenhammetje:
- 2 el whiskey
- 2 el honing
- 1 el Dijon grove mosterd
- 2 el bruine suiker
- Peper en zout
- 600 gr beenham
- Olijfolie
Dit heb je nodig:
- Ingevette ovenschaal
- Vleesthermometer
- Scherp mes
Zo maak je beenhammetje uit de oven:
- Verwarm de oven voor op 210 graden.
- Maak een marinade van whiskey, honing, mosterd en bruine suiker. Voeg peper en zout toe.
- Smeer de ham goed met de marinade in. Leg de ham in een ingevette ovenschaal en steek er een vleesthermometer in.
- Zet het beenhammetje in de oven en draai de temperatuur terug naar 180 graden.
- Bedruip de beenham regelmatig met z’n eigen vet, hier wordt het alleen maar lekkerder van.
- Zodra het vlees een kerntemperatuur van minimaal 65 graden heeft, kan deze uit de oven. Heb je geen vleesthermometer? Houd dan zo’n 10 minuten per 100 gr aan.
- Haal de beenham uit de oven en bedek het vlees met aluminiumfolie. Laat nog 15 minuten rusten voor je de beenham serveert.
- Snijd met een scherp mes, dunne plakken van de ham.
- Serveer het beenhammetje uit de oven met zoetzuur van bloemkool en plakken stokbrood.
Ga jij een recept van Little Spoon maken? Laat het mij dan weten. Ik ben super benieuwd naar jullie kookkunsten. Dit kan via Facebook, tag Little Spoon op Instagram of op Twitter en gebruik de hashtag #LITTLESPOONNL.
Volg je me al?
Facebook, Instagram, Twitter
In samenwerking met Agrimarkt.
Geef een reactie